Praag
Door: Jeroen
Blijf op de hoogte en volg Jeroen
06 Mei 2023 | Tsjechische Republiek, Praag
Dag 8: vertraagde en versnelde tijd in Praag
Tijdens het ontbijt bestaande uit wat overgebleven maisrijstwafels met Gouda kaas ontmoet ik nog een Nederlandse reisgenoot in het hostel die vandaag met een vriendin der sächsische Schweiz wil bewonderen. Na mijn verhaal besluit ze ook naar het Schrammsteine uitzicht punt te gaan. Mijn goede daad voor de dag is weer verricht. He that saves one man, saves the world entirely.
Nadat ik op Dresden hauptbahnhof aankom moet ik nog lang wachten tot mijn directe trein richting Praag vertrekt. Ik nuttig derhalve dus maar een lunch in de buurt van deze zelfde hauptbahnhof, die wederom bestaat uit een goede hamburger aangevuld met een gezond sapje. `Keuzes zijn soms beperkt in een dergelijke omgeving’, zei de hamburger tegen mij. De treinreis zelf verloopt vervolgens zonder problemen en mijn hostel in Praag is op loopafstand van dit station. Het is bij aankomst al wel na vieren.
De recensies over dit hostel op booking.com waren lovend en het zou heel makkelijk moeten zijn om in contact te komen met andere mensen, gezien de vele activiteiten, aldus de recensies. Bij de receptie lees ik op een bord dat er vandaag een gezamenlijk gratis diner is en daarna een kroegentocht, die reeds om 19:30 uur aanvangt en uiteindelijk tot in de kleine uurtjes in een club doorgaat. Gezien het tijdstip vraag ik na of het gezamenlijk gratis diner vaak wordt gebruikt als moment om de mensen waarmee vervolgens de kroegentocht plaatsvindt te leren kennen. Dat bevestigt de receptioniste en zodoende focus ik me op het om 18 uur of iets later wederkeren bij het hostel. Een mooie, knallende afsluiter van wederom een mooie reis, dacht ik zo.
Ik heb dan dus een kleine twee uur om Praag te leren kennen. Moet lukken, dacht ik zo. Ik begeef me in sneltreinvaart naar het toeristenkantoor waar een vriendelijke dame me vertelt dat ik dan toch minstens het kasteel en het stadhuisplein waarop ik me nu begeef moet hebben bezichtigd. En eventueel uiteindelijk de joodse wijk. Ik neem het centrale plein met kerken, oude panden, kathedralen en dergelijke meer tot me. Neem daarna nog een typische lokale zoete lekkernij. Daarna in stevige pas richting de brug over het water en dan de trap op richting het kasteel bovenaan. De tijd vertraagd. In overeenstemming met de speciale relativiteitstheorie van Einstein, die voorschrijft dat wanneer onze snelheid dichter in de buurt komt van de lichtsnelheid, onze klokken langzamer tikken en de tijd derhalve vertraagd. Ik loop over het plein bovenaan, laat nog snel een kiekje van mezelf nemen met Praag op de achtergrond, door wat nors reagerende jonge meiden, en zie dat het dan al weer zes uur is. Een beetje later is niet erg dacht ik zo. Ik ga de trappen af, zoek nog wat voor de weg terug, maar besluit een nauwgezet onderzoek van wat de Joodse wijk zou moeten zijn achterwege te laten. De indrukken van het Praag aan het water met een kasteel bovenop de heuvel en het centrale plein beneden zijn niet erg origineel ten opzichte van de meeste Europese of zelfs veel niet-Europese steden, maar de vlotte indrukken van Praag zijn toch positief. Best een aardige stad zo op het eerste gezicht.
Rond kwart voor zeven kom ik uiteindelijk aan in het hostel en vraag of er nog eten over is. Er ligt nog net een restje slappe pastamaaltijd in de pan en ik besluit daar dan maar genoegen mee te nemen. Ik schuif aan bij een tafel waar veel mensen in vloeiend Engels met elkaar in gesprek zijn. Voornamelijk Amerikanen, Ieren, Schotten en Zweden. Ik probeer middels wat standaard vragen me in het gesprek te mengen. `Jullie lijken elkaar al lang te kennen. Hoe kennen jullie elkaar?’ `Sinds gisteren. Dit is een hostel.’ `Gaan jullie ook mee naar die kroegentocht vanavond?’ `Ja.’ `Wat doet de temperatuur vannacht eigenlijk?’ Ja, suffe laatste vraag, maar als je niet erg veel terug krijgt, raak je vrij snel door je standaard vragen arsenaal heen. Ondertussen dat ik me nog even douche en omkleed, lijkt het energielevel in de woonkamer alleen maar toe te nemen. Er wordt gejoeld. Ze lijken er blijkbaar veel zin in te hebben met elkaar zo.
Ik kom bij vertrek, stipt om 19:30 uur, nog twee Nederlandse meisjes tegen, die ik nog even aanspreek. Een reageert nog best wel aardig, de andere lijkt zich liever op de rest van de groep te richten. Dus gaat die andere daar maar twijfelend in mee. Op de trap kom ik een jonge Nederlandse jongen tegen met wie ik wel in gesprek raak en die ook echt interesse terug toont enzo. Wat een goed en moreel waardig mens is dit, denk ik. Wat zou hij gestudeerd hebben? Hij blijkt ook een jaar natuurkunde, waaronder speciale relativiteitstheorie, gestudeerd te hebben. Dit is zijn eerste reis alleen, verteld hij me. Heel spannend vond hij het allemaal. Tijdens de wandeling richting de eerste kroeg ben ik met moreel waardig mens en een medewerker van het hostel in gesprek. De rest van de groep lijkt toch een beetje langs me heen te kijken.
In de eerste kroeg is het verzameling van bierpong, jenga met truth or dare achtige vragen op de blokjes, shotjes en nog meer bier. Ik ben nog steeds vol energie en spreek vrijwel iedereen in de groep aan, vraag waar ze vandaan komen, wat hun reisdoel is en maak de gebruikelijke grapjes over dat bijvoorbeeld bijna mijn bier meegaat als de Jenga toren om sodemietert. Behalve dat de grapjes op groepsniveau nog wel goed ontvangen worden, krijg ik geen enkele vraag of interesse terug vanuit mijn omgeving. De jongen links en tegenover me, het meisje rechts van me, ze negeren me volledig. Ondertussen zie ik dat mijn Nederlands gesprekspartner, moreel waardig mens en natuurkunde partner in crime, wel in gesprekken verzeild raakt en volledig in de groep is opgenomen. Driftig zoek ik, overkritisch naar mezelf, naar verklaringen voor de ontstane situatie. Weer begin ik te twijfelen over mijn sociale vaardigheden, duiken spoken uit het verleden op, en zoek ik naar elke mogelijke complexe verklaring om de huidige stand van zaken, waar ik zelf vol energie ben, maar die totaal niet terug krijg van mijn omgeving, te verklaren. Ik kijk nog eens goed rond, naar de Nederlandse meisjes, naar goed en moreel mens, en naar de vele Engelstalige mensen in de groep met een kleurtje, waardoor ik soms wat beter moet kijken. Ze zijn allemaal piepjong. En dan dringt de situatie pas echt als een mokerslag tot me door. Ik ben oud. Te oud. Te oud voor de mensen in mijn omgeving. Te oud voor de sociale ervaring die het reizen in hostels voor de juiste doelgroep met zich mee kan brengen. En ik voel me kut. Heel kut. Hopeloos. En een naïeve idioot, een dromer die nog steeds niet met zijn voeten op aarde is geland, terwijl de maatschappij dat al wel heeft geprobeerd toe te schreeuwen. En de tijd versnelt. De jongensdroom van knappe meiden en een leven vol sociale activiteiten met anderen neemt ruw plaats voor een kille samenleving van settelen, genoegen nemen met wat je nog kunt krijgen en mensen die hun sociale omgeving achter zich laten om zich volgens het keurmerk huisje, boompje, beestje te gaan gedragen. Kutsamenleving. Als ik mijn jas pak en met stille tred de kroeg verlaat, en de jonge mensen hun ding laat doen, verlaten mijn energie en gevoel van jeugdigheid zich tegelijkertijd. Ik heb me nog nooit zo oud gevoeld als op dat moment. Ik kijk in een ruit van een winkel naar mezelf. Lang. Te lang. Dit was waarschijnlijk mijn laatste kroegentocht allertijden. Einde Peter Pan syndroom.
En dan komt de fase van het relativeren en accepteren. Des mens natuurlijke beschermingsmechanisme. Er zijn gelijkgezinden, je moet ze alleen tegenkomen. Vermoeidheid kan ook meespelen. Er zijn ook hostels met oudere mensen. Of hostels zijn in ieder geval prima goedkope overnachtingsmogelijkheden tijdens het reizen. Het lukte toch ook met Eugene en Marcelo contact te maken, ook al waren zij jonger? Ik loop nog lang door Praag, telefoneer met mijn moeder en ben nog gedurende lange tijd kwetsbaar. Het gaat steeds beter, het brein is zelf-herstellend, maar de klap echt verwerken heeft nog wel meer tijd nodig. Welterusten.
Dag 9: vaarwel Praag, welkom nieuwe uitdaging.
Ik verlaat het hostel die volgend ochtend ruim op tijd. Enerzijds wil ik de jonge koppen van gisteravond niet meer tegenkomen. Anderzijds juist wel, om te kijken wat de non-verbale reacties zijn. Ik heb toch niets meer te verliezen nu. Ik kom niemand meer tegen en als de receptioniste vraagt hoe ik Praag heb ervaren, antwoord ik naar waarheid: `Praag was een mooie stad.’
De lange treinreis terug is eigenlijk retesaai. Nou ja, niet in mijn hoofd, want ik lees het boek uit van Raoul de Jong over zijn reis waar hij op een dag de deur achter zich besluit dicht te trekken en van Rotterdam naar Marseille loopt, zonder social media. In Taizé blijkt een christelijke gemeenschap te bestaan (alhoewel de bijbel naleven volgens het boek dat ik lees geen vereiste is), die onafhankelijk van afkomst, rijkdom, leeftijd of ander criterium onvoorwaardelijke liefde voor en interesse in de medemens voor opstelt, zonder dat onderlinge sociale selectie plaatsvindt. Dit in tegenstelling tot onze werkelijke samenleving, waarin we niet eens onze eigen buren vaak kennen. Als ik er naar google, zie ik echter ook dat deze evenementen zich voorlopig richten op mensen tot 35 jaar. Leeftijd speelt dus wederom een genadeloze rol.
Op weg naar Berlijn zit ik bij mensen in de cabine wiens Portugese `Egwa’ ik herken van mijn vrienden uit Belem. Ze blijken inderdaad uit die omgeving te komen, maar de energie voor een gesprek met ze heb ik nog niet echt. De tussenstop in Berlijn nuttig ik nog een lunch. Het wordt een carbonara die eigenlijk best aardig smaakt en nog een laatste volwaardige foto voor dit reisverslag oplevert. De reis richting Utrecht duurt ook weer eens lang, wat me perfect te tijd geeft op de gebruikelijke manier terug te blikken op de prachtige reis die ik achter de rug heb. Maar ook om hoopvol vooruit te kijken naar de toekomst.
Ik denk terug aan het fijne ontbijttentje in Berlijn, de spontane muzikale ontmoeting en het hardlopen in het grote groene park, maar ook aan de afstandelijkheid in het hostel waar ik daar overnachtte. Ik denk terug aan de ervaring van het oversteken van een landsgrens tussen Duitsland en Polen door over een brug te lopen met je rugtas op, met Rammstein muziek op je oren en het kledingafval en de vele tabakswinkels aan de Poolse grens in Slubice. Ik denk terug aan het vreselijke appartement en de geïsoleerdheid op de zaterdagavond in Freital, waar ik uiteindelijk toch nog een prima Griekse maaltijd kon scoren en kon slapen en (koud kon) douchen. De hel van Mo. Ik denk terug aan het mooie Dresden, waar ik zowel de pracht van de stad, als van zijn mensen heb mogen ervaren. De gezellige avond uit met Marcelo en de late maaltijd met een nog jongere man dan ik de volgende dag. Ik denk terug aan de wondere schoonheid van Saksisch Zwitserland met het uitzicht op de tafelbergen bij het Schrammsteine uitzichtpunt. En tot slot denk ik terug aan het mooie Praag, waar ik verwachtingsvol de laatste avond in wilde knallen, maar misschien juist daardoor zo teleur werd gesteld en werd geconfronteerd met de onomkeerbaarheid van de tijd, mijn enige echte angst in dit leven.
Want verder ben ik nergens bang voor, ga ik elk avontuur aan. Het volgende avontuur zal een cursus tweetalig onderwijs worden, waardoor ik hopelijk ook nog eens in het buitenland les kan geven. En daarna hopelijk een mooie reis van zes weken door Oost-Azië, ergens startend in Thailand of Viëtnam. En dan daarna een postdoc onderzoek van twee dagen per week, waardoor ik eindelijk mijn droom van een combinatie van onderzoek en onderwijs kan gaan leven. En misschien nog wel verder in de toekomst een mooie wereldreis of pelgrimstocht, omdat ik nog zo ontzettend jong ben en het nu nog kan.
En na al deze gedachtes tijdens de treinrit richting Utrecht neemt een verkoudheidsvirus mijn gedachtes over. Misschien toch dat uurtje kroegentocht, dat blijkbaar meer dan genoeg is voor een 37-jarige man? En zo kom ik doodmoe thuis aan rond de klok van 11 in de avond. Moe van het virus, moe van de reis, moe van al mijn gedachtes. Maar ik vind nog net de energie om dat ene zo toepasselijke en briljante nummer van Pink Floyd op te zetten:
“And then one day you find
Ten years have got behind you
No one told you when to run
You missed the starting gun
And you run, and you run to catch up with the sun
But it's sinking
Racing around to come up behind you again
The sun is the same in a relative way
But you're older
Shorter of breath, and one day closer to death”
Time, Pink Floyd.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley